donderdag, december 31, 2009

Kerst


Je zult maar op een eiland zitten, op een bergweggetje in een huurauto zonder benzine.

Dag twee van onze ontdekkingstocht op een tropisch eiland. Bij de gehuurde Yaris staan nog 2 blokjes op het dashboard. Dat lijkt best veel op een full tank van 8 blokjes. We tanken onderweg wel ergens. Dat ergens blijkt moeilijk te vinden te zijn eenmaal het vreselijk über toeristische Playa Del Ingles uitgekacheld te zijn. Dat viel al niet mee, want de bewegwijzering is consequent NA elke afslag geplaatst, wat weer zorgde voor enkele bijna aanrijdingen met achterlijke taxichauffeurs. Maar dat terzijde.
Eindelijk onder de locals is het zoeken naar een benzinestation. Blokje 2 valt weg, en blokje 1 blijft dringend knipperend over. Geen idee hoeveel slingerweggetjes over bergen een pulserend blokje aan kan, maar ik begin hem nu toch wel te knijpen. Onder toeristen blijken Canaries prima Engels en Nederlands te verstaan, maar een paar kilometer het binnenland in roepen ze al ‘no, no’ als je op het punt staat ze iets te vragen. Ik ga het vriendelijk lachend in mijn beste spaans/engels dan maar proberen. ‘Ola. gasstation, pompstation, benzine aqui?’
Na drie keer zonder resultaat, komt er een ouder echtpaar aanlopen. Overduidelijk toeristen met hun witte hoedjes op. Zij weten er wel eentje in de buurt. En ja hoor, na een paar kilometer komen wij bij een kruispunt aan waar het benzinestation moet zijn. Ik zet de auto neer en ga een café binnen om te vragen waar wij precies kunnen tanken. Naast het flikkerende blokje klinkt inmiddels ook een dringend piepgeluid waardoor ik geen meter meer durf te rijden dan nodig is. Met handen en voeten gebarend, trekt de eigenaar zijn wenkbrauwen op en zegt: Ah, gazolina! Het blijkt om de hoek te zijn.

Je zult maar op een eiland zitten, op een bergweggetje in een huurauto zonder benzine. Dat is pas stom!

zaterdag, december 19, 2009

Ontregeld


Je zult maar voor je voordeur staan terwijl het min 10 graden is en het slot niet open kunnen krijgen. Dan denk je toch: Hee, dat is vreemd, wat nu? Na 5 minuten wrikken en grommen wordt het probleem steeds serieuzer. Voeten, handen en neus worden ook steeds kouder. Gelukkig heeft een buurvrouw Slotenontdooispul. Snel proberen. Hm, dat werkt niet, het slot is nog steeds onvermurwbaar. Misschien is er iets mis met de sleutel. Ah, dan is er nog een buurvrouw met een reservesleutel, maar die werkt in een zeepwinkel in het centrum. Dus in de auto, al glibberend richting stad. Even later met de reservesleutel op zak naar de parkeerplaats. Daar blijkt de slagboom niet open te gaan. Na lang bellen zorgt iemand ergens dat ie toch open gaat.
Wederom bij de voordeur. De reservesleutel doet het ook niet! Wanhoop en kou slaan nu echt toe. Nog een idee: een technisch iemand om raad vragen: mijn neef. De sleutel met een gasbrander verhitten. Of een aansteker, die ik tegenwoordig niet meer in mijn tas heb zitten. Dan maar vragen bij een andere buur. Het wordt een aansteker. Het vlammetje goed lang onder de sleutel houden, met handschoenen aan natuurlijk, en een gebedje doen: klik. Ja, binnen! Al met al 2 en een half uur later. Maar ik heb toch vakantie en hele lieve buren en een fantastische neef.

Labels: